Keripik Daun Kadok
Het dunne beslag wordt gemaakt van rijstemeel, water, beetje zout en eieren. De bumbus (kruidenmix) voor het beslag bevat:
- Kemiri
- Koenjit (ook wel Kurkuma of Indiase geelwortel genoemd)
- Ketoembar (Ketumbar, Koriander)
- Djintin (Djintan, Komijn)
- Kentjoer
- Bawang Putih (Knoflook)
- Cabe Rawit (Kleine scherpe chilipepertjes)
Keripik (of Kripik) is een algemene benaming voor krokant gefrituurde gekruide koekjes. Daun Kadok (Maleisië) is het blad van de “Wilde Betelplant” (Piper sarmentosum). Daun Kadok is aromatisch en heeft een peperige, nootachtige smaak. Het blad is donkergroen, glanzend en hartvormig. Daun Kadok wordt veel gebruikt in de Aziatische keuken. Het blad wordt vers (salades) of geblancheerd gegeten (soepen) of verwerkt zoals in Keripik Daun Kadok. Tevens wordt Daun Kadok gebruikt om gerechten in te wikkelen. De wortel, het blad en de vrucht van deze tropische plant zijn geneeskrachtig.
Daun Kadok wordt in Maleisië ook Daun Kaduk genoemd. Benamingen in andere landen zijn:
- Laos: Phak i leut
- Thailand: Cha Plu of Cha Ploo
- Vietnam: La Lot
- Chinees: Sua Lau Hiok